Ontwikkeling van een ethisch kompas bij studenten

De digitalisering is een onderwerp dat geregeld terugkomt in mijn blog. Meestal benader ik die digitalisering vanuit een pedagogische of ethische invalshoek in tegenstelling tot bijvoorbeeld een didactische invalshoek. Hiermee probeer ik het spreken en denken over digitalisering te verbreden door onder andere stil te staan bij de neveneffecten en wenselijkheid van digitale technologie (bv. hoe machines leerlingen worden en leerlingen machines of hoe technologie niet zomaar een middel kan genoemd worden).

De ethische invalshoek is echter niet alleen interessant met betrekking tot digitale technologie, maar ook met betrekking tot studenten. We verwachten immers een ethisch kompas van (afgestudeerde) studenten . We verwachten dit tevens niet enkel van studenten maar ook van leerlingen (bv. Katholiek Onderwijs Vlaanderen spreekt in hun leerplan voor het basisonderwijs over ‘de ontwikkeling van een innerlijk kompas‘).

Maar wat is een innerlijk of ethisch kompas en hoe kunnen we dat ontwikkelen bij studenten? Deze onderzoeksvragen staan centraal in het artikel van Van Stekelenburg, De Ruyter & Sanderse (2021) en worden beantwoord aan de hand van een literatuurstudie.

Een normatief, conceptueel en praktisch ethisch kompas

In de literatuur zijn drie verschillende invullingen van een ethisch kompas te vinden: een normatief, conceptueel en praktisch.

Een eerste invulling is normatief waarbij de inhoud van het ethisch kompas centraal staat. De inhoud kan een specifieke filosofie zijn (bv. geïnspireerd door Boeddha of Levinas), een waarde of cluster van waardes (bv. vrijheid of rechtvaardigheid) of een deugd of cluster van deugden (bv. dapperheid of bedaardheid). Een tweede invulling is conceptueel waarbij de vorm van het ethisch kompas centraal staat. Deze invulling vat het ethisch kompas op als deel van iemands identiteit, eigenwaarde en overtuiging (een innerlijke stem). Een derde invulling is praktisch waarbij het gebruik van het ethisch kompas centraal staat. Het gebruik kan als instrument of kader opgevat worden (bv. Ethiekkompas m.b.t. ethische vraagstukken over digitalisering) of als omgeving (bv. ethische richtlijnen/commissie, beroepscode of gedeelde waarden zoals in een pedagogische visie).

De drie invullingen van een ethisch kompas dragen elk op hun manier bij om als een ethische professional te handelen waarbij een ethische professional intrinsiek gemotiveerd is, autonoom kan omgaan met ethische dilemma’s en zich houdt aan de morele idealen van zijn beroep volgens Van Stekelenburg, De Ruyter en Sanderse (2021). Het blijft echter onduidelijk hoe deze ethische kompassen precies functioneren en helpen bij het omgaan met bijvoorbeeld ethische dilemma’s op het werk. Een identiteits- of deugdenbenadering lijkt veelbelovend.

De complexiteit van het ontwikkelen van ethische kompassen bij studenten

Hoewel we spreken over het ontwikkelen van een ethisch kompas, kan dat mogelijks misleidend zijn. Het is immers zo dat studenten reeds een ethisch kompas hebben. In die zin gaat het niet zozeer om het ontwikkelen van een ‘nieuw’ ethisch kompas maar om het leren gebruiken van een reeds bestaand ethisch kompas.

Om het ethisch kompas te ontwikkelen of leren gebruiken, geven ze in het onderzoek twee zaken mee om rekening mee te houden. Ten eerste suggereren ze een holistische aanpak die zowel betrekking heeft op de student als op het curriculum. Met betrekking tot de student gaat het erom dat de student niet enkel de juiste reflecties of morele keuzes kent en maakt maar er ook naar handelt op momenten dat het nodig is. Met betrekking tot het curriculum betekent dit dat een apart vak ethiek noodzakelijk is (om bv. stil te staan bij de ethische aspecten of morele dimensie van een beroep of om ethische dilemma’s te behandelen) maar niet voldoende. Het mag zich met andere woorden niet beperken tot één vak maar moet doorleefd worden in alle vakken. Ten tweede moeten we een manier vinden om om te gaan met het spanningsveld tussen ethisch relativisme en een bepaalde morele identiteit promoten (‘absolutisme’). De relativistische positie geeft aan dat studenten zelf mogen kiezen en dus dat ‘alles’ kan en mag maar dit is tegenstrijdig met de morele idealen die vasthangen aan een beroep. Tegelijkertijd is de andere tegenpool, het promoten van een bepaalde morele identiteit, ook niet wenselijk aangezien dat de studenten hun vrijheid en autonomie belemmert. Die vrijheid en autonomie is nét nodig om een ethisch kompas te ontwikkelen.

Abstract van het onderzoek:

The expression that professionals should be led by their moral or ethical compass is increasingly used by academics, policy makers, professionals, and educational institutes. Dutch universities of applied sciences (UAS), for example, explicitly aim to educate their students to become professionals equipped with a moral compass. This moral or ethical compass is a metaphor of which people intuitively grasp its meaning, but our literature review also shows that various interpretations are possible. We found three clusters of proposed ethical compasses expressing its a) content, b) form, or c) use, which we present in this article. Thereafter, we evaluate which compass can meaningfully assist (young) professionals and, therefore, should be part of the aims and content of education provided by UAS. Based on this evaluation, we describe the possibilities and boundaries of UAS’ contribution to the development of their students’ ethical compass.

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag